Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Dwarsgeplaatst tongewelf

In de ontwikkeling van het gewelf neemt het dwarsgeplaatste tongewelf een uitzonderlijke plaats in. Langwerpige ruimten werden vanouds door tongewelven overkluisd, waardoor de zijmuren zeer zwaar belast werden. De Romeinen kwamen al op het idee om twee tongewelven elkaar te laten kruisen: het graatgewelf dat hierdoor ontstond, concentreert het gewicht op de hoeken van dit vierkant. Gordelbogen tussen de traveeën versterken later deze constructie. In de gotiek wordt het principe vervolmaakt tot het kruisribgewelf.
Maar hieraan gaat één puur romaanse, bijna vergeten oplossing vooraf: de dwarsgeplaatste tongewelven van de abdijkerk van Tournus. De tongewelven ontlasten de zijmuren van de lichtbeuk, die dan ook forse vensters kon krijgen. De steunberen van het schip zijn opmerkelijk bescheiden. De voor een romaanse kerk buitensporig hoge schip maakt een onvergetelijke indruk, voor wie hier via de donkere narthex binnenkomt.
Pas enkele eeuwen later werd het principe van de dwarsgeplaatste tongewelven herontdekt in de vorm van dwarsgeplaatste troggewelven op gordelbogen.





Tekst: Jean Penders, 01-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders